Local rules

Golfregels

Tijdelijke plaatselijke regels

Kale plekken fairway

Kale plekken op de fairways van hole 3, 4, 7, 8 en 12 zijn grond in bewerking.

Aanplanting tussen hole 3 en 12

Het gebied tussen hole 3 en 12 met jonge aanplant en de grote stukken grond die al openliggen waar de boompjes nog worden geplaatst en gemarkeerd met blauwe palen met een groene kop is een verboden speelzone die moet worden behandeld als een abnormale baanomstandigheid. Een belemmering door de verboden speelzone moet zonder straf worden ontweken volgens Regel 16.1f.

Plaatsen

Als de bal van een speler in het algemene gebied gemaaid op fairwayhoogte of lager ligt, mag de speler zonder strafslag de bal opnemen en schoonmaken en vervolgens éénmaal de oorspronkelijke bal of een andere bal plaatsen in het gebied waarin geplaatst mag worden en dan spelen.

Het gebied waarin geplaatst mag worden moet voldoen aan de volgende eisen:

• Referentiepunt: plaats van de oorspronkelijke bal.

• Afmeting van het gebied gemeten van referentiepunt: 15 cm van het referentiepunt, maar met de volgende beperkingen:
  o   dit gebied mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt, en
  o   dit gebied moet in het algemene gebied zijn.

Overtreding tijdelijke plaatselijke regels: algemene straf (Matchplay- verlies van de hole; Strokeplay- twee slagen).

Plaatselijke regels

• ‘Buiten de baan’ is aangegeven door wit gemarkeerde palen en hekken.
• Het weiland achter het Koningsdiep (bij hole 4 en 5) is buiten de baan (out of bounds).
• GUR, gedefinieerd door een blauwe lijn of paaltjes met een blauwe kop, is een verboden speelzone.
  Bij een belemmering door deze verboden speelzone is het verplicht deze te ontwijken zonder straf volgens Regel 16-1f.
• Wegen en paden zijn integraal deel van de baan, met uitzondering van de verharde paden.
  Verharde paden zijn vaste obstakels; ontwijken zonder straf volgens Regel 16.1 is toegestaan.
• Alle afstandsmarkeringspalen, palen die een hindernis of GUR aangeven zijn ‘vaste obstakels’. Ontwijken volgens Regel 16-1b.
• Niet gemarkeerde geulen moeten worden behandeld als deel van het algemene gebied en zijn geen hindernis.
• Straf voor overtreding van een plaatselijke regel: algemene straf.

Algemene regels

• Divots in de fairway (uitgeslagen plaggen) altijd repareren door deze terug te leggen;
• Pitchmarks op de greens: repareren met uw pitchfork;
• Loop met uw trolley op de paden.
  Laat uw trolley bij het afslaan op het pad staan.
  Niet met de trolley door de heide of over de teeboxen (incl. oranje) lopen;
• Witte lijnen voor de green: niet passeren met trolley of handicart;
• We zijn rookvrij zowel op het terras, het Amaliaplein als in het bos.
  Buiten, rechts naast het clubhuis, kunt u roken op de ingerichte rookplek;
• Telefoneren kan op het Amaliaplein (bij de voordeur);
• Spelen met twee personen uit één tas is niet toegestaan;
• Honden, aangelijnd en onaangelijnd, zijn niet toegestaan in de baan en in het clubhuis alleen als er overleg is gepleegd met het bestuur;
• Onweer: zie schuilhutten op de plattegrond.

Gedragsregels

Gedragsregels in de baan

• Wacht met slaan totdat de flight voor u buiten bereik is.
• Roep ‘fore’ als uw bal richting een andere speler gaat.
• Houd snelheid in het spel, speel ready golf.
• Laat spelers achter u door al ze sneller spelen of als u lang naar uw bal zoekt.
• Pak de bal op als het maximale aantal slagen voor die hole bereikt is.
• Kies de kleur van de tee die bij u past.
• Vul de scores pas in wanneer u op de volgende tee bent aangekomen.

Gedragsregels richting greenkeepers

• Veiligheid voor greenkeepers staat voorop en begint met het wachten op hun teken voordat de golfer zijn bal slaat.
  Een greenkeeper heeft te allen tijden voorrang.
• Greenkeepers doen hun uiterste best om de baan in topvorm te houden en hebben ook de kundigheid in huis om dat te doen.
• Golfers houden rekening met greenkeepers tijdens hun spel.
  Andersom minimaliseert de greenkeeper de hinder voor de golfer tijdens zijn werk.
• Golfers accepteren dat greenkeepers hun tijd zo efficiënt mogelijk gebruiken.
  Ze maken niet met non-verbale communicatie, gebaren danwel gezichtsuitdrukkingen, duidelijk dat men het er niet mee eens is.
• Golfers tonen respect naar greenkeepers en maken geen grapjes of opmerkingen die door een ander niet goed begrepen dan wel als ongewenst worden ervaren.
• Golfers kunnen contact opnemen met de baancommissie, wanneer men in de baan iets ongewenst vindt en ventileren dit niet naar de greenkeeper.
• Greenkeepers gaan het gesprek aan met diegene waarvan ze ongewenst gedrag ervaren.
  Indien dit niet leidt tot een goede uitkomst, kan de greenkeeper dit doorgeven aan de hoofdgreenkeeper.
  Deze kan het gesprek aangaan met desbetreffende persoon of geeft de escalatie door aan het bestuurslid van de baancommissie.